De Nederlandse Veiligheidsbranche wil schijnzelfstandigheid in de beveiligingswereld aanpakken. De bedrijfstakvereniging pleit daarom voor handhaving van de huidige wetgeving door de Belastingdienst.
Dat schrijft de Nederlandse Veiligheidsbranche in een brief aan de Tweede Kamer voorafgaand aan een debat op 12 september over het fenomeen van de zelfstandige zonder personeel. In Nederland staan inmiddels 1,2 miljoen van de 10 miljoen werkenden als zzp’er ingeschreven. In de beveiligingssector ging het aantal zzp’ers van 6400 eind 2022 naar meer dan 12000 nu. Het brede vermoeden bestaat dat een deel van zowel het totale aantal zzp’ers als van de beveiligings-zzp’ers niet voldoet aan de criteria van het zelfstandig ondernemerschap en dus geen échte zzp’er is.
Eerder al kondigde het toenmalige kabinet aan dat de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 gaat handhaven op schijnzelfstandigheid. De Nederlandse Veiligheidsbranche ondersteunt dit voornemen en werkt met haar leden al geruime tijd aan de voorbereiding op een situatie met veel minder zzp’ers.
Volgens de Nederlandse Veiligheidsbranche is bij veel zpp’ers in de branche sprake van schijnzelfstandigheid. Beveiligers werken eigenlijk altijd in een – hiërarchische – gezagsstructuur. Dat wil zeggen dat ze opdrachten aannemen van een leidinggevende. Daarmee voldoen ze niet aan een wettelijk criterium voor zelfstandigheid.
Daarbij speelt dat de bedrijven zonder de inzet van deze ‘schijnzelfstandigen’ hun diensten niet kunnen leveren omdat er een tekort is aan gediplomeerde beveiligers in loondienst. De inzet van zzp’ers zorgt echter voor grote organisatorische problemen, onder meer vanwege onduidelijkheid over de beschikbaarheid van de betreffende beveiligers.
De Nederlandse Veiligheidsbranche denkt dat handhaving van de wet een einde zal maken aan deze onwettige situatie en dat veel beveiligers dan weer bij een bedrijf zullen gaan werken. Beveiligingsbedrijven kunnen dan hun maatschappelijk zeer belangrijke werk garanderen.