What you see, is what you get?

(Column) Kent u die tv-reclame van MediaMarkt, waarbij een man in een motor met zijspan zijn nieuwe mobiele telefoon gaat halen? Hij krijgt van de baliemedewerker een doos waar je moeiteloos twee paar schoenen en een regenjas in zou kunnen vervoeren. Die doos legt hij vervolgens liefdevol in zijn zijspan, om heel tevreden en tot tranen toe geroerd weer naar huis te rijden. Maar er zit dus alleen maar een mobieltje in die doos. Hoezo overdreven?

Zou dat misschien symptomatisch zijn voor de hele IT: een hele grote doos waarvan je niet precies weet wat erin zit, maar wel dat er blijkbaar nog heel veel extra’s bij komt. Je hebt immers alleen maar een mobiele telefoon gekocht? Wat zijn al die extra’s dan? Het geheel heeft veel weg van een Ikea boekenkast, maar daarvan weet je tenminste dat het precies genoeg is. Ook al houd je wel eens een schroefje over… het is niets meer en niets minder dan wat je had gekocht.

Het zou flauw zijn om te stellen dat IT blijkbaar wat meer verpakking nodig heeft om zich gewaardeerd te voelen. IT is zeker belangrijk, we kunnen niet meer zonder. Jullie hoeven niet te zoeken naar die waardering. Heus. Ook al gaat er wel eens wat mis bij een systeem, een lekje hier of daar, we waarderen jullie, echt.

Maar er zit volgens mij wel iets van een wake up call in die reclameboodschap. Als die man op zijn motor gewoon een strakke (misschien zelfs transparante?) verpakking met een telefoon erin krijgt, is hij toch klaar? Dan kan hij precies zien wat hij heeft gekocht. Kan hij ook gewoon op de fiets komen, geen zijspan nodig, fietstas is genoeg; geen co2-uitstoot, kortom win-win. Niets meer en niets minder.

What you see, is what you get. Er was een tijd dat deze slogan veel werd gebruikt voor alles wat met informatietechnologie te maken had. Het werd gezien als een onderscheidend vermogen, een unique selling point. Waar is dat gebleven? Er zijn blijkbaar grote dozen nodig om je het gevoel te geven dat je waar voor je geld hebt gekregen.

John de Waard